Hoe kun je het beste bier proeven?
Hoe kun je het beste bier proeven? We zijn geboren met een aantal zintuigen. De een heeft er eentje meer of minder dan de ander, maar over het algemeen kunnen we allemaal ruiken en proeven. Dat zijn de twee belangrijkste!
- Welke bieren kies je voor de bierproeverij?
- Wat zijn goede glazen voor een bierproeverij?
- Welke hoeveelheid bier drink je op een proeverij?
- In welke volgorde drink je de bieren?
- Hoe proef je eigenlijk het beste?
- Op welke temperatuur drink je de bieren?
- Wat voor hapjes eet je bij de bieren?
- Wat voor proefformulier kun je gebruiken?
Gebruik je zintuigen
Ruiken en proeven dus, de belangrijkste zintuigen voor bij het proeven van bier. Proeven doe je met je mond, ruiken met je neus. Toch proef je ook een hoop met je neus, daarover later meer. Ruiken en proeven zijn overigens niet de enige twee zintuigen die je gebruikt bij het proeven. Ook het kijken en zelfs een klein beetje voelen komen terug in een goede proefsessie. Je oren gebruik je niet bij het proeven, maar toch is er een Duitser die zichzelf The Beerwhisperer noemt. Ieder z’n ding. Goed, we gaan proeven! We lopen er samen doorheen.
Volgorde van hoe je het beste bier kunt proeven
De volgorde van welke zintuigen je wanneer gebruikt is van belang. Sommige mensen gaan eerst uitgebreid naar hun glas zitten kijken, beetje zwenken, voordat ze gaan ruiken en proeven. Dat is zonde. Aroma is het eerste wat verdwijnt uit je glas! Trust me, die kleur blijft echt wel even hetzelfde. Eerst ruiken dus! Als je alle aroma’s tot je genomen hebt kun je kijken of het bier je bevalt en of het glas schoon is. Tegelijkertijd kun je voelen of de temperatuur goed is. Daarna neem je een aantal slokken om de smaak te doorgronden. Dat is de juiste volgorde. Ruiken, kijken & voelen, proeven.
Stap 1: ruiken
De eerste stap van hoe je goed bier kunt proeven is dus ruiken. Nadat je het bier ingeschonken hebt, steek je direct je neus in het glas. Als het bier veel schuim heeft, kun je even wachten. Schuim belemmert de aroma’s die in het bier opgesloten zitten. Als je eenmaal begint met ruiken en je merkt dat de geur wat afneemt, kun je je glas een beetje zwenken. Dat zorgt ervoor dat er wat koolzuur ontsnapt, en dat koolzuur neemt mooie aroma’s mee. Probeer te benoemen wat je ruikt, dan leer je steeds beter ruiken. Een proefformulier kan erbij helpen!
Stap 2: kijken & voelen
Nadat je de aroma’s in je opgenomen hebt, kun je gaan kijken en voelen. Vragen die je jezelf kunt stellen zijn;
- Welke kleur heeft het bier? (automatisch bedenken je hersenen dan al wat voor smaak je kunt verwachten)
- Is het bier helder, tweeschijn of troebel?
- Hoe groot is de schuimkraag?
- Zie ik veel belletjes in het bier, zit er veel koolzuur in het bier?
- Zit er depot in het glas?
- Blijft de schuimkraag lang staan?
- Heeft het bier de juiste temperatuur?
- Is het glas mooi schoon? (als er belletjes aan de binnenkant van het glas kleven, is het glas niet schoon en kun je het, soms met uitleg, terugsturen)
Misschien kun je jezelf nog wel tien vragen stellen. De belangrijkste vraag om mee af te sluiten is, “Ziet dit bier er goed genoeg uit om te drinken?”. Gek genoeg is het antwoord bij mij bijna altijd een ja 😉
Stap 3: proeven
Proeven doe je in drie stappen. Eerst neem je de basissmaken en het mondgevoel waar, vervolgens de aroma’s en als laatste de nasmaak. Om de basissmaken waar te nemen gebruik je je mond. In een eerder artikel legde ik al uit hoe je mond en je tong werken en welke rol ze spelen in het proeven van de basissmaken. Met je mond neem je waar of het bier zoet, zuur, bitter, zout of umami is, of een combinatie van die smaken. Dat doe je door een goeie slok te nemen, die een seconde of twee door je mond te laten gaan (niet gaan spoelen, het is geen tanden poetsen) en vervolgens door te slikken. Buiten de basissmaak kun je ook het mondgevoel waarnemen. Is het vol, zoet, of juist dun en droog? Verwarmt de alcohol die in het bier zit? Probeer zoveel mogelijk waar te nemen!
Vervolgens gaan we de aroma’s waarnemen. Hiervoor heb ik een speciale techniek. De klinkt ingewikkeld, maar dat valt wel mee. Gewoon een paar keer oefenen. Vlak voordat je een slok neemt adem je in. Vervolgens neem je een slok zoals bij het proeven, en die slik je door. Nét nadat je hebt doorgeslikt, adem je uit door je neus. Wat hier gebeurt is best bijzonder. In bier zit koolzuur, en koolzuur lost goed op in koude vloeistoffen. Zodra een vloeistof echter opwarmt, wil de koolzuur eruit. Voor dat opwarmen zorgt je keel. De ontsnappende koolzuur neemt, net als bij het zwenken bij het ruiken, aroma’s mee uit het bier. In je neus zitten dus al die geur-receptoren, die je op deze manier voorziet van allerlei mooie aroma’s. Probeer het maar eens!
Voor de nasmaak kun je het beste na het doorslikken een beetje smakken. Is het zoet, plakkerig? Droog en verfrissend, of misschien bitter en samentrekkend? Nodigt het uit tot een volgende slok? Is de balans goed? Allemaal vragen die voor jou kunnen bepalen of je het een lekker bier vindt, of niet.
Jij weet nu hoe je bier moet proeven!
Nu dat je weet hoe je moet proeven, is het goed om te kijken naar welke temperatuur bier zou moeten hebben, wat ook belangrijk is voor de mate waarin je het bier goed kunt proeven.